Tips & Advies: Hondenwandeling in de vrieskou.
We kregen een aantal vragen van onze leden over hondenwandelingen bij vrieskou. Volgend 5 nuttige tips vond ik op de website van “beestig.be”:
1. Voorkom onderkoeling: hou je hond droog.
Sommige honden hebben sneller last van de kou dan andere. Om zich warm te houden, helpt het om in beweging te blijven. Je hond na een fikse wandeling achterlaten in een koude auto, is dus geen goed idee.
Heeft je hond een kale buik of een dunne vacht, dan doe je hem een plezier met een extra dekentje of jasje. Dat geldt ook voor honden zonder ondervacht, zoals de boxer en de Yorkshire terrier. Kleine honden en magere types (bijvoorbeeld windhonden) hebben ook sneller last van de kou. Tenslotte moet je een extra oogje in het zeil houden bij oude en zieke honden. Zij kunnen hun lichaamstemperatuur moeilijker regelen. Niet elke hond is meteen fan van zo’n jasje, lees hier hoe je hem eraan kan laten wennen.
Let extra op wanneer je hond zich nat maakt, bijvoorbeeld door te spelen in de sneeuw. Natte honden raken sneller onderkoeld. Wrijf je hond dus goed droog na een braspartij in een sneeuwlandschap!
2. Opletten voor zoutvergiftiging bij honden.
Er wordt duchtig gestrooid op onze wegen wanneer het vriest. Die pekel blijft hangen aan de voetzolen van je hond. Spoel hondenpoten bij thuiskomt overvloedig met water en wrijf ze droog. Zo voorkom je dat je hond het zout oplikt. Voelt je hond zich onwel (braken, diarree, minder alert) in de dagen na een vrieswandeling? Rep je dan meteen naar de dierenarts!
Om dezelfde reden is het belangrijk om je hond niet te laten drinken van smeltwater. Ook daar kan een heleboel zout inzitten. Neem een fles schoon water en een draagbare drinkbak mee, zodat je hond af en toe kan bijtanken tussen het ravotten door. Veel honden eten sneeuw als alternatief voor water. Met mate kan dat geen kwaad, maar als je hond overdrijft krijgt hij achteraf mogelijk krampen en diarree.
3. Bereid hondenpootjes voor op koude en sneeuw
Om te voorkomen dat de pekel hondenpootjes aantast, kan je de voetzolen voor het wandelen insmeren met vaseline. Dat zorgt voor een extra beschermlaagje tussen hondentenen strooizout. Bovendien voorkomt het dat de huid afziet van de kou en kloven vormt.
Honden met van die pluizige, lange haren tussen de tenen, kunnen flink last hebben van de sneeuw. Er ontstaan ijsbolletjes die het lopen quasi onmogelijk maken. Vooraleer je de sneeuw induikt met je viervoeter, knip of scheer je dus best het overtollige haar weg. Zie je toch zo’n mini-sneeuwbal verschijnen, knijp hem dan stuk tussen je (gehandschoende) vingers. Lostrekken is erg pijnlijk!
4. Vermijd vijvers (of hou je hond aan de leiband)1
Een vijver bedekt met een dunne laag ijs is levensgevaarlijk. Enerzijds is ijs spiegelglad, maar het is nog veel gevaarlijker wanneer het ijs wegkraakt onder de poten van je hond. Eruit klauteren is onbegonnen werk, want het gladde ijs geeft onvoldoende grip. Uitputting en onderkoeling liggen op de loer als er niet tijdig professionele hulp arriveert.
Zwemmen in koud water is ook geen supergoed idee, al kan het ene ras er beter tegen dan het andere. Het beste is om het denkwerk in de plaats van je hand te doen: hij is immers niet in staat in te schatten dat hij afkoelt door het water (zie tip 1). Kleine honden hou je sowieso best uit koud water en grote honden mogen er nooit langer dan 1O minuten in. Neem handdoeken mee om je hond meteen droog te wrijven, zodat hij weer kan opwarmen.
5. Hou het veilig: maak je hond (en jezelf) zichtbaar in het donker
Wie voor of na z’n merk met de hond gaat wandelen, moet dat ’s winters vaak in het donker doen. Maak jezelf zichtbaar voor andere weggebruikers met een fluohesje voor jezelf én voor je hond. Er bestaan ook lichtgevende halsbanden en reflecterende leibanden. Of je kan een fietslampje-met-batterijen bevestigen aan het tuigje van je hond – zorg er dan wel voor dat het niet begint te bengelen of in de weg hangt. |